Duivelshoek.be
Oversneslaan
De Oversneslaan bevindt zich in het oosten van de wijk, en loopt van de Oudestraat tot het Heldenplein, de Lode Brionstraat en de Jos Op de Beecklaan. Zowel de Standonklaan als de Biesthoevelaan beginnen en eindigen bij de Oversneslaan.
Het woord "Oversnes" is afkomstig van "Ooievaarsnest", één van de oudste identificeerbare plaatsnamen van Wilrijk. Deze werd reeds vernoemd in 1278, met benamingen zoals Odeuersnest, Odeuaersnest, Oudevaers nest (1400), Odevaren nest (1444), Oyenveersnest (1538) en Oyenvaers nest (1572). Later vervormde de naam verder naar Oyversnest (1884) en Oversnes (1883). Soms werd de naam Oversnes geïnterpreteerd als "roversnest", maar het verwijst naar alle waarschijnlijkheid wel degelijk naar een ooievaarsnest, dat ook elders buiten Wilrijk als plaatsnaam werd gebruikt.
Het Ooievaarsnest was gelegen nabij de Bist, min of meer tussen de Oudestraat en de Doornstraat (dus ongeveer waar nu de Oversneslaan loopt). Het domein strekte zich uit tot aan de Gallaitlaan en Krijgslaan. Aan het begin van de Oudestraat, vlak tegenover het pleintje waar de Boekstraat begint, werd er een hof van plaisantie met dezelfde naam gebouwd, en in de 16de eeuw was de Ooievaartsnest eigendom van een Spaanse koopman genaamd Andreas Manriquez. Het hof werd vervolgens geërfd door drie van zijn vier kinderen, waarvan de laatste Lopez was. Deze had eveneens vier kinderen, maar geen van hen had interesse in het landgoed; één kind was zelden in het land, de anderen werden geestelijken. Zodoende werd de hoeve en de gronden in pacht gegeven aan Hans Franssens.
Tegen het einde van de 16de eeuw was de naam Ooievaarsnest geadopteerd door de omgeving rond het hof. In 1623 werd de eigendom openbaar verkocht aan Jr. Chs. de Santa-Cruz, en de verkoopsovereenkomst omschreef het gebouw als een voormalig huis van plaisantie dat nu erg vervallen was als gevolg van allerlei oorlogsgebeurtenissen. In 1624 verkocht Santa-Cruz de eigendom weer, in onveranderde staat, aan meester Jacques de Witte, griffier van de Antwerpse weeskamer. Deze overleed in 1631, en zijn vrouw Maria Nutius in 1661. Hun zoon Jacq. Ant. de Witte erfde Ooievaarsnest. Hij overleed in 1688 en zijn vrouw, Anna Catharina Maillart, in 1699.
In de eerste helft van de 18de eeuw was het Ooievaarsnest eigendom van Maria Theresia Charlé, hofmeesteres op het begijnhof te Antwerpen. Zij liet het goed over aan haar zuster, die gehuwd was met Honorius Josephus de Waha. Zodoende kwam het in 1772 in de handen van diens kinderen, die het Ooievaarsnest op hun beurt in 1784 verkochten aan Louis Wellens en zijn vrouw Helena Nicoleta Geelhand. De eigendom bleef in handen van de familie Geelhand tot in de tweede helft van de 19de eeuw. In de 20ste eeuw kwam het via vererving toe aan de familie Van Langendonck-Laplache.
Na de Tweede Wereldoorlog werd de familie Schepens eigenaar, die het gebouw ondanks diens vervallen staat gebruikte als woonst. Het omliggende domein bestond voornamelijk uit weiland, akkergrond en een bos met een vijver. Om het domein te kunnen onderhouden, besloten de eigenaars een deel van het Oversnesbos te kappen. Op deze plaats werd in 1946 een renbaan voor paardenwedstrijden aangelegd, die ongeveer liep waar nu de Standonklaan en Oversneslaan lopen. Schepens was immers een paardenliefhebber, en de renbaan werd dan ook gebruikt voor het trainen van zijn paarden.
De familie Schepens verhuisde vervolgens naar de bovenverdieping van het gebouw, om het gelijkvloers om te vormen tot koetshuis. Later werden er, naast de paardenwedstrijden, eveneens zijspanmotocrossen gehouden op de renbaan. Vele ouders beschouwden het domein van Oversnes als "verboden terrein voor kinderen" nadat een zesjarig kind was verdronken in de kleine maar diepe vijver in het bos. Hoewel het domein zelf was afgesloten met prikkeldraad, hield dit spelende kinderen niet tegen om het bos te betreden. Bovendien waren kinderen uit de buurt welkom om te komen spelen met Theo, de enige zoon van de Schepens.
Nadat Theo na een tragisch fietsongeval om het leven kwam, begon mevrouw Schepens zich volledig af te sluiten van de buitenwereld, waardoor het kasteel volledig ontoegankelijk werd. Het gebouw werd gesloopt in 1957, waarna het domein werd verkaveld voor de aanleg van de Oversneslaan, Standonklaan en Biesthoevelaan. De oorspronkelijke naam werd in 2002 wel gekozen voor de benoeming van de wandelweg Ooievaarsnest, die loopt van de Biesthoevelaan tot de Doornstraat. De renbaan wordt dan weer herinnerd in de naam van een andere wandelweg, de Renbaanweg. De Oversneslaan zelf werd geopend op 30 januari 1958.
Bronnen:
Prims, Geschiedenis van Wilrijk, 1952
Van Passen, Toponymie van Wilrijk, 1967
Van Nuffel, Wilrijk Straten en Pleinen, 2018
https://issuu.com/antwerpen.beweging.net/docs/2016_-_09_wilrijk